Magazine

Plus Welke impact heeft onze materialenhonger op de biodiversiteit?

Voor de transitie naar groene stroom, industrie, mobiliteit … moeten we enorme hoeveelheden grondstoffen ontginnen. Hoe groen is die transitie dan nog? Wat is de impact van moderne mijnbouw op onze biodiversiteit en hoe zien de arbeidsomstandigheden eruit? Peter Tom Jones, directeur van het KU Leuven Instituut voor Duurzame Metalen en Mineralen (SIM²), trok afgelopen jaar nog op onderzoek voor een documentaire in de wereld van al dan niet zeldzame kritieke metalen, mijnafval en elektrische mijntrucks.

Dit artikel maakt onderdeel uit van het dossier:
Biodiversiteit
Koenraad Coel | 15 februari 2023
Peter Tom Jones Dossier

Ruilen we met de klimaattransitie de impact van fossiele brandstoffen voor die van mijnbouw?

Peter Tom Jones: “Er zijn grote verschillen, zeker in de context van de klimaatcrisis. Fossiele brandstoffen wakkeren het vuur nog aan; die moeten zoveel mogelijk in de grond blijven. De grondstoffen voor de energietransitie, zoals lithium, nikkel, kobalt en koper, kan je zien als bluswater. Daarmee bedoel ik niet dat ze geen negatieve impact hebben. Duurzame mijnbouw bestaat niet, maar we kunnen de impact wel beperken en daarna de grondstoffen recycleren. Fossiele brandstoffen daarentegen kan je maar één keer opbranden.”

“De volumes zijn ook van verschillende grootteordes. Van kolen alleen al delven we jaarlijks meer dan 7 miljard ton. Als je alle metalen, voor alle doeleindes, samentelt, kom je nog niet aan de helft. De overgrote meerderheid daarvan is ijzer. Dat gebruiken we dan ook in bulk. Metalen als lithium of nikkel zijn eerder een ingrediënt zoals peper en zout.”

“Dat neemt niet weg dat de energietransitie een enorme opschaling betekent. Het Internationaal Energieagentschap becijferde in 2021 wat er nodig is om de Parijsdoelstellingen te halen. We zullen twintig keer meer nikkel en kobalt moeten produceren dan vandaag en zeven keer meer zeldzame aardmetalen. Voor lithium gaat het over veertig keer meer. Dat kan niet op basis van recyclage alleen; zoveel materiaal zit er simpelweg nog niet in de economie. Als we tegen 2040 alles recycleren wat er te recycleren valt, dekken we nog altijd maar 10 procent van de behoefte. We moeten dus inzetten op drie pijlers: Europese mijnbouw, meer recyclage en verantwoorde import vanuit betrouwbare landen. Het is een én-én-én verhaal, geen menukaart van een restaurant.”

Heeft Europa de nodige reserves om in zijn eigen behoefte te voorzien?

“De perceptie is dat er in Europa niets te vinden is, maar de voorbije tien jaar hebben we veel geologisch onderzoek gedaan. Denk maar aan de ontdekking van zeldzame aardmetalen in Kiruna in het noorden van Zweden. In totaal zou Europa in zo’n 30 à 40 procent van zijn eigen behoefte kunnen voorzien. En daar moeten we echt wel werk van maken, want op dit moment zijn we enorm afhankelijk van een beperkt aantal landen, en dat is gevaarlijk. Rusland is de tweede grootste producent van metalen uit de platinagroep, die we onder meer gebruiken om groene waterstof te produceren. Ongeveer 60 procent van de zeldzame aardmetalen wordt ontgonnen in China. Op vlak van raffinage is de dominantie van China nog groter en nu gaan ze een stap verder door steeds meer eindproducten zelf te maken. Die afhankelijkheid is problematisch. Dat zien we nu met Rusland en in de periode 2010-2011, toen China de kraan voor zeldzame aardmetalen dichtdraaide. Als we voor een deel in onze eigen behoefte voorzien, krijgen we ook meer controle over de sociale en ecologische voetafdruk van onze grondstoffen.”

Kunnen wij de impact van mijnbouw beperken door het zelf te doen?

“Ik wil niet beweren dat alle mijnbouw buiten Europa slecht is. Het is niet zo zwart-wit. Maar je kan wel stellen dat Zweden en Finland wereldwijd de benchmark zijn voor verantwoorde mijnbouw. Voor onze documentaire over mijnbouw heb ik recent de Aitik-mijn in Zweden en zopas nog de Kevitsa-mijn in Noord-Finland bezocht. In zo’n moderne mijnen worden arbeiders zeer goed betaald en hebben ze minder kans op een ongeval dan een medewerker van IKEA. Zelfs de genderbalans is er vaak beter in evenwicht dan in andere bedrijven.”

“Bedrijven zoals Boliden en LKAB zijn er al decennia actief in de mijnbouw en de lokale gemeenschap heeft er een positieve band mee. Het zijn geen ‘fly-in fly-out’ bedrijven die ergens neerstrijken, enkele jaren zoveel mogelijk erts verzamelen, verschepen en het dan aftrappen. Dat kan zomaar niet in Europa. De Europese Commissie probeert op dat vlak de wetgeving te organiseren rond strenge sociale criteria, transparante bedrijfsvoering en een minimale ecologische impact. Mijn motto is dan ook: van NIMBY naar BIMBY, van Not-In-My-Backyard naar Better-In-My-Backyard. In plaats van de milieulast te exporteren naar landen in het Zuiden, doen we beter aan verantwoorde mijnbouw hier in Europe, met de meest geavanceerde technologie én met maximaal respect voor mens, natuur en milieu.”

Verder lezen?

Maak een profiel aan en lees Susanova nu 1 maand gratis.