“We moeten ons bewuster worden van de waarde van water”
Hete en droge zomers, captatieverboden, een gebetonneerd Vlaanderen en een stijgend waterverbruik in coronatijden. Ons watersysteem staat onder immense druk. We tappen vaker meer water op hetzelfde moment, en dat terwijl de waterschaarste jaar na jaar toeneemt. Wat is de toekomst van onze drinkwatervoorziening? Susanova sprak met Hans Goossens, CEO van integraal waterketenbedrijf De Watergroep.
In juli stelde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir de Blue Deal voor, een pakket van meer dan zeventig acties om de strijd tegen de droogte aan te gaan. De Blue Deal engageert alle betrokken sectoren om de uitdagingen op het gebied van water aan te pakken en Vlaanderen voor te bereiden op de droogte van morgen. Ondertussen werd daarvoor bijna een half miljard euro uitgetrokken.
In een veranderend klimaat de drinkwatervoorziening blijven verzekeren, is dé uitdaging waar de publieke waterbedrijven voor staan. Die steken dan ook de koppen bij elkaar om de watervoorziening opnieuw uit te denken. Drie thema’s staan daarbij centraal: de drinkwatervoorzieningen klimaatrobuust maken door in te zetten op diversificatie van bronnen en hergebruik; reserves aanleggen en piekcapaciteit installeren; en lekverliezen aanpakken. Binnen elk van die domeinen zal innovatie een centrale rol spelen. Hoe kijkt De Watergroep naar de toekomst?
34.000 kilometer leidingen
De effecten van de klimaatverandering nemen jaar na jaar toe. Welke impact heeft dat op onze drinkwatervoorziening?
Hans Goossens: “Heel ons drinkwatersysteem is erop gebouwd om water te voorzien in een mild klimaat met een regelmatig neerslagpatroon. De klimaatcrisis zet dat systeem onder druk. Onze watervoorziening moet langere periodes van droogte kunnen overbruggen. Die droge periodes gaan bovendien gepaard met hete zomerdagen waarop mensen meer water verbruiken. De voorbije zomer brachten meer mensen door de coronapandemie de hittegolven thuis door, waardoor we het drinkwaterverbruik de lucht in zagen schieten en de dagpieken her en der records braken.”
“Tegelijkertijd zijn regenbuien de laatste jaren meer lokaal en heftiger geworden. Om overstromingen te vermijden, moeten we het hemelwater beter opvangen en stockeren. Maar door de hoge verhardingsgraad in Vlaanderen, stroomt het water meteen het riool in.”
Hoe willen jullie die klimaatdruk het hoofd bieden?
“De uitdagingen vragen om een resolute hertekening van het drinkwatersysteem: de drinkwatervoorziening moet een hybride mix worden van centrale en decentrale systemen, met een diversiteit aan bronnen en een centrale regie. Om onze installaties future-proof en klimaatrobuust te maken, moeten we onze bronnen optimaal beschermen, nieuwe zuiveringstechnologieën implementeren, lekverliezen actief opsporen en de drinkwatervoorziening digitaliseren.”
“We staan voor behoorlijk grote infrastructuurwerken die tijd en geld kosten. De laatste vijf jaar hebben we onze investeringen in leidingen opgedreven van 40 miljoen euro naar 80 miljoen euro per jaar. Maar we hebben een netwerk van ruim 34.000 kilometer leidingen in de grond zitten en het kost zowat 100.000 euro om 1 kilometer te vervangen. De oplossingen zijn er. We weten wat ons te doen staat, maar we hebben tijd nodig om de infrastructuur aan te passen. Via een gericht assetmanagement op basis van onder meer de leeftijd en staat van de leidingen bepalen we de prioriteiten.”
Drinkwater aan zee
Waarom is decentrale watervoorziening belangrijk?
“Vandaag wordt het meeste Vlaamse drinkwater geproduceerd in het oosten van Vlaanderen. En dat terwijl droogte en waterbeschikbaarheid ook in het westen van het land vaak kritisch zijn. We werken aan een robuuster systeem, met ook drinkwatercapaciteit aan zee. Zo plannen we een nieuwe drinkwatercentrale aan de kust. Dat doen we samen met drinkwatermaatschappijen IWVA (Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht, actief in West-Vlaanderen, red.) en Farys (actief in West- en Oost-Vlaanderen en in Vlaams-Brabant, red.).”
“Innovatief aan de drinkwaterfabriek aan de kust is dat we momenteel onderzoeken hoe die in de toekomst van zowel zoet, brak als zout water drinkwater moet kunnen maken. Hoewel drinkwater produceren uit zoet water energetisch interessanter is, is het voordeel dat er aan de kust altijd zout water ter beschikking zal zijn.”
In de strijd tegen de klimaatverandering gaan jullie samenwerkingen aan die in het verleden niet voor de hand lagen.
“Dat klopt, als je praat over innovatie is de grootste fout die je kan maken om het alleen te willen doen. Vlaanderen is erg versnipperd wat drinkwaterbedrijven betreft, maar om de klimaatdruk het hoofd te bieden, moeten we alsmaar intenser samenwerken. Ook samen met private partners en Vlakwa (het Vlaams Kenniscentrum Water, een onderdeel van kennisinstelling VITO, red.) steken we de koppen bij elkaar om een decentrale watervoorziening uit te werken. Ik geloof dat de publieke en private bedrijven elkaar op dat vlak heel goed kunnen aanvullen en elkaars innovaties kunnen versterken.”
“Water is een publiek goed, maar als het over hergebruik van water gaat, dan hebben we het de facto over een vrije markt. Het Vlaamse regeerakkoord en ook de Blue Deal scheppen voor bedrijven die water hergebruiken een kader om hun wateroverschot op ‘het net’ te kunnen zetten. Dat vormt ook een deel van de oplossing voor het droogteprobleem. Samen met publieke en private partners werken we aan online kwaliteitssensoren in de vorm van chips die alle controles die normaal in het labo worden uitgevoerd, onmiddellijk uitvoeren. Zo kunnen we snel schakelen. Naast de borging van de drinkwaterkwaliteit moeten we rekening houden met andere factoren, zoals druk en stromingsrichting in het net. In die centrale regie zien wij een rol voor de publieke waternetbeheerders.”
De drinkwatervoorziening moet een hybride mix worden van centrale en decentrale systemen, met een diversiteit aan bronnen en een centrale regie

Geen water te verliezen
Hoe groot is het probleem van lekverliezen in de drinkwatervoorziening?
“Vandaag zijn lekverliezen van 20 tot 25 procent helaas nog de norm in Europa. In het verleden werd dat gedoogd omdat er geen waterschaarste was en de kosten om die lekken op te sporen en te herstellen te hoog waren ten opzichte van het waterverlies. Bovendien stelde men dat het water dat lekte in de grondwatertafel terechtkwam, en dus niet echt verloren was. Vandaag zien we dat anders. Eind 2019 startten we daarom een programma om de zogenaamde lekverliesindex terug te brengen tot minder dan 0,5 tegen 2025. Die doelstelling komt ook terug in de Blue Deal van minister Demir. Aan de basis liggen een doorgedreven digitalisering van het netbeheer en een slimme data-analyse. Daarnaast investeren we in meet- en detectieapparatuur waarmee we lekken sneller en efficiënter kunnen opsporen. Bepaalde sensortechnieken maken het mogelijk om waterverliezen aan het oppervlak te detecteren. Daarnaast maken we afspraken met aannemers, zodat lekken snel kunnen worden hersteld en werken we een preventief programma uit dat bijhoudt voor welke leidingen het risico op lekken het grootst is.”
Hoe schaarser water wordt, hoe belangrijker het is om er spaarzaam mee om te gaan. Zien jullie de sensibilisering van verbruikers ook als een van jullie taken?
“Als je heel traditioneel denkt, lijkt dat niet logisch. Een waterbedrijf haalt zijn opbrengsten immers uit het aantal kubieke meter water dat het verkoopt. Maar om dat water in ons werkingsgebied te blijven leveren, moeten we op een duurzame manier met water omspringen. Via onze sociale-mediakanalen, onze website en magazines geven we klanten concrete tips voor spaarzaam waterverbruik. En we denken ook mee na hoe de grote verbruikers bedachtzamer met water kunnen omgaan.”
“Dergelijke sensibiliseringscampagnes hebben succes. Het gemiddelde verbruik per inwoner daalt continu. Vandaag is dat 84 liter per dag per inwoner. Gezinnen hebben steeds vaker een eigen systeem om regenwater op te vangen. Ze maken meestal ook gebruik van spaarzame douchekoppen of andere waterbesparingstechnieken. Toch stijgt tegelijkertijd het piekverbruik, waardoor we infrastructureel moeten investeren in meer capaciteit die we minder vaak moeten benutten. We moeten het gemiddelde waterverbruik per inwoner terugbrengen tot 50 à 55 liter per dag.”
Het gemiddelde verbruik per inwoner daalt continu, maar het piekverbruik stijgt. We moeten dus investeren in meer capaciteit die we minder vaak moeten benutten
Waterwaarde valoriseren
In dat geval hebben jullie minder inkomsten, terwijl de kost voor het onderhoud van de infrastructuur blijft. Is drinkwater te goedkoop?
“Drinkbaar water aan een verantwoorde prijs beschouw ik als een mensenrecht, maar dat water wordt niet altijd naar waarde geschat. De productie van kwaliteitsvol water kost veel, maar het wordt voor veel meer toepassingen gebruikt dan de bedoeling mag zijn. Denk maar aan het sproeien van je gazon. We moeten mensen weer bewust maken van de waarde van water. Want aan iets dat laaggeprijsd is, wordt vaak weinig waarde gehecht. Als mensen zich beter bewust zijn van de waarde, kunnen we op een constructievere manier praten over de prijs.”
“Een drinkwaterbedrijf levert kubieke meters water en rekent de kosten op die manier aan. Om ook in de toekomst ons hoofd boven water te houden, moeten we onze businessmodellen herdenken. Bekijken we onszelf als een bedrijf dat een dienst levert en dus water ter beschikking stelt – water as a service dus – dan kan die kostenberekening er heel anders uitzien. Een gedifferentieerde tarievenschaal is een eerste stap om de maatschappelijke waarde van water te valoriseren. Daarbij willen we rekening houden met piektarieven, de aard van het verbruik en de beschikbaarheid van water. Om dat mogelijk te maken zijn er digitale watermeters nodig. Daar zijn we dan ook volop mee bezig. Vlaanderen mag zich zelfs een koploper noemen.”
Drijvende zonnepanelen
Tegen 2050 wil De Watergroep klimaatneutraal zijn. Een tussentijdse mijlpaal is energieneutraliteit in 2030. Drijvende zonnepanelen vormen een deel van de oplossing.
“De energie die wij gebruiken om drinkwater te produceren, willen we op een energieneutrale manier opwekken”, vertelt Hans Goossens. “Om dicht bij onze corebusiness te blijven, onderzoeken we de mogelijkheid van drijvende zonnepanelen. Wij hebben heel wat wateroppervlakken ter beschikking in de vorm van spaarbekkens. Zonnepanelen houden daarin licht en dus ook algengroei tegen. Het water heeft dan weer een koelend effect, waardoor de energieproductie efficiënter verloopt. Bovendien nemen drijvende zonnepanelen geen extra ruimte in. Duurzame winst op alle vlakken dus.”