Minister van Energie Tinne Van der Straeten over de energietransitie
België is een land van samenwerking en pioniers, stelt Tinne Van der Straeten. En dat is precies waar we volgens de federale minister van Energie nood aan hebben om de energietransitie te doen slagen. “We zijn de vierde grootste producent van offshore wind ter wereld. We beschikken over ongelooflijk veel expertise en innovatie in hernieuwbare energie. Dat potentieel moeten we ten volle benutten.”
Susanovamagazine april 2021
Wat vindt u van de Green Deal? Is die ambitieus genoeg? Waar ziet u kansen voor Vlaanderen en België?
Tinne Van der Straeten: “Met de Green Deal heeft Europa een duidelijke koers uitgezet voor een volledig koolstofvrije Europese Unie tegen 2050. Het is de meest ambitieuze doelstelling ooit in de strijd tegen de klimaatverandering. Ook België onderschrijft die ambitie. Op federaal niveau gaan we er alles aan doen om de Europese ‘Fit-for-55’-doelstelling te halen: een reductie van de CO2-uitstoot met 55 procent tegen 2030. We gaan uiteraard nauw samenwerken met de regio’s. Want laat ons duidelijk zijn: 2030 is nu. We moeten nu investeren om de doelstellingen van 2030 te halen. Als we onze toekomst veilig willen stellen, moeten we als land ook het voortouw nemen, zodat we de energietransitie niet ondergaan maar zelf mee vormgeven. En dat kunnen we. We zijn de vierde grootste producent ter wereld op het gebied van wind op zee. We beschikken bovendien over expertise en innovatie in hernieuwbare energie. Dat potentieel moeten we ten volle benutten.”
Uitdagingen op het vlak van hernieuwbare energie voor Vlaanderen
Hoever staan we in Vlaanderen en België met de prioriteiten in het beleidsdomein ‘schone energie’? Wat is volgens u de grootste uitdaging voor ons land?
“De prioriteiten van de Green Deal in dat domein zijn: energie-efficiëntie en de energiesector grotendeels baseren op hernieuwbare energiebronnen, een volledig geïntegreerde, gekoppelde en gedigitaliseerde EU-energiemarkt, en zorgen voor een betaalbare energievoorziening in de EU. We hebben op alle vlakken nog heel wat werk voor de boeg. Maar de federale regering heeft een duidelijke koers gekozen waarbij al die elementen aan bod komen.”
“Naast een aantal gerichte maatregelen gaat energie-efficiëntie vooral over samenwerken en hergebruiken. De energiekringloop, zeg maar. De verwerkende industrie produceert bijvoorbeeld heel wat restwarmte, die gewoon verloren gaat. Die warmte kan hergebruikt worden voor bijvoorbeeld warmtenetten in woonwijken. Er zouden meer lokale energiegemeenschappen moeten komen, zowel binnen residentiële wijken als industriële clusters.”
“Energiegemeenschappen kunnen overigens een rol spelen in de investeringen in hernieuwbare energie. Je ziet ook meer en meer coöperatieve projecten opduiken waarbij hele woonwijken gezamenlijk investeren in zonnepanelen. Op federaal niveau zetten we in op offshore windprojecten en pilootprojecten binnen industriële clusters. We verliezen nooit het langetermijnperspectief uit het oog: elke investering moet bijdragen tot de klimaatdoelen in 2030 en 2050, en moet een zogeheten ‘no regret’-investering zijn, een investering die een goed rendement oplevert.”
“Daarnaast is België gelegen in het hart van Europa, een strategisch voordeel waar we optimaal gebruik van moeten maken. België ligt op een energiekruispunt, we kunnen een hub worden voor internationale connecties en het centrum van de Europese energie-unie worden. Zo is het bijvoorbeeld mijn ambitie om te investeren in de nodige infrastructuur zodat ons land de waterstofbackbone kan worden voor industriële clusters, hier en in onze buurlanden.”
“Tot slot, mijn beleid rust op drie pijlers: duurzaamheid, bevoorradingszekerheid en betaalbaarheid. De Belgische energiefactuur hoort bij de duurste van Europa. In mijn beleidsverklaring staat dat we het federale deel van de energiefactuur zullen doen dalen. En ten slotte zal er eindelijk echt werk gemaakt worden van de energienorm om de competitiviteit van onze bedrijven ten opzichte van de buurlanden te vrijwaren. De energienorm houdt in dat onze energiefactuur wordt vergeleken met die van onze buurlanden en de verschillen gecorrigeerd worden.”

We hebben op alle vlakken nog heel wat werk voor de boeg.
Voorlopig moet het aandeel hernieuwbare energie in België in 2030 17,5 procent bedragen. Hoe zorgen we dat we die doelstelling halen, zeker aangezien we de doelstellingen voor 2020 naar alle waarschijnlijkheid niet hebben gehaald? Komen initiatieven zoals het uitwisselen van stroom met Denemarken nog op tijd?
“Er is inderdaad nog werk aan de winkel. Maar er staat ook veel op stapel. We zullen in eerste instantie onze capaciteit aan wind op zee verdubbelen en versnellen. Dankzij de kernuitstap zal er ook meer ruimte komen voor hernieuwbare energie. Via het CRM-steunmechanisme (een systeem waarin steun wordt voorzien voor investeringen die de bevoorradingszekerheid moet garanderen, red.) kunnen subsidies ingezet worden voor innovatieve projecten in plaats van de levensduurverlenging van oude kerncentrales. Door de duidelijke beleidskeuzes die deze regering gemaakt heeft, durven investeerders nu ook effectief inzetten op hernieuwbaar.”
“Ik heb negen jaar als energie-advocate gewerkt en weet dat de markt borrelt van projecten die klaarliggen om opgepikt en uitgewerkt te worden. De oproep van dit jaar naar projectvoorstellen voor het Energietransitiefonds is hier trouwens een mooi voorbeeld van: nog nooit kende die zo’n groot succes en nog nooit waren er zoveel projectvoorstellen rond hernieuwbare energie.”
“Naast investeringen in eigen productie van hernieuwbare energie, zullen we ook nieuwe markten moeten aanboren: elders in Europa en zelfs daarbuiten. Dankzij verbindingen zoals de interconnector met Denemarken krijgen we bijvoorbeeld toegang tot goedkope windenergie. Als deel van de federale relanceplannen willen we ook investeren in een energie-eiland in de Noordzee, waar interconnectoren van verschillende landen kunnen samenkomen.”
Hoe kunnen kleine kmo’s de transitie inzetten naar hernieuwbare energie zonder enorme investeringen te doen? Welke steunmechanismen zijn er voorzien?
“Ook hier is samenwerken het sleutelwoord, bijvoorbeeld met industrieclusters of in energie-gemeenschappen. Kmo’s zijn een belangrijke motor van onze economie, we willen hen dan ook steunen in de energietransitie. Voor de oproep naar projectvoorstellen die kans maken op steun uit het Energietransitiefonds heb ik de voorwaarden laten wijzigen, om voorrang te kunnen geven aan groene innovatieve projecten en kmo’s.”
Waterstof in Vlaanderen
De Europese Commissie heeft een alliantie opgericht rond waterstof. Kan België daar een groot aandeel in spelen?
“Absoluut. Van alle landen in de EU is België de absolute nummer één om daarin een pioniersrol te spelen, want we hebben er al ervaring mee. Onze centrale ligging speelt ook opnieuw in ons voordeel. Dankzij de windparken op zee en de haven van Zeebrugge kan België fungeren als toegangspoort om de rest van de EU te voorzien van elektronen én moleculen.”
“Het klopt dat niet alle toepassingen even relevant of nuttig zijn voor het energiesysteem. Ik wil niet investeren in eenmalige dure pilootprojecten, ik wil oplossingen voor het systeem. De waterstof-projecten waarin we investeren moeten dus een duidelijke meerwaarde hebben.”