Het verhaal van het winkelketenimperium begon bij Franz Colruyt. De grootvader van de huidige CEO opende in 1928 een groothandel voor kruideniers in het Brusselse. Tientallen jaren later, in 1964, veranderde de groothandelaar het geweer van schouder. Hij opende zijn eigen Discount-winkels, die later zijn naam zouden dragen. Die verandering zorgde ervoor dat de keten onbewust stappen in de groene richting zette. Jef Colruyt: “Het was knokken om te overleven. We wilden 10 procent goedkoper zijn dan de concurrentie, maar de kosten liepen hoog op. Daarom besloten we efficiënter om te gaan met onze energie. De winkels werden minder verlicht en we kochten gesloten diepvrieskisten aan. Achteraf bekeken zijn we er dus toevallig ingerold.”
Wanneer heeft Colruyt Group bewust gekozen voor een duurzame aanpak?
Colruyt: “In de jaren tachtig kreeg onze marketingmanager een boek over duurzaamheid in handen. Dat was voor hem een echte openbaring, want hij besefte dat de initiatieven die we namen om kosten te besparen ook duurzaam waren. Om daarmee naar buiten te komen, lanceerden we in 1990 het Green Line-charter, waarbij we ons engageerden voor het milieu.”
“We reduceerden bijvoorbeeld fors het verpakkingsmateriaal. Goederen werden in die tijd stevig ingepakt, waardoor onze medewerkers veel meer werk hadden om alles uit te pakken. Bovendien bleven we met een berg afval zitten. We trokken met een gedetailleerde aanpak, opgesteld door onze werknemers, naar de leveranciers.” Met succes. “Gaandeweg nestelde duurzaamheid zich in onze bedrijfsstrategie. In 2007 hebben we de term voor het eerst expliciet opgenomen in onze missie: een duurzame meerwaarde creëren door waardegedreven vakmanschap.”
Geïntegreerde aanpak
De laatste jaren heeft Colruyt Group heel wat duurzame acties ondernomen. Welk initiatief vormde de grootste uitdaging en waarom?
Astrid Van Parys, sustainability manager bij Colruyt Group: “Duurzame vis was een van de eerste assortimenten waar we mee aan de slag gingen. We werkten van in het prille begin samen met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek, dat een volledig onafhankelijke duurzaamheidsevaluatie deed van ons assortiment verse en diepgevroren wilde vis. Nadien hebben we intensief samengewerkt met certificatieorganisaties als Marine Stewardship Council (MSC, red.) en Aquaculture Stewardship Council (ASC, red.), die onze basisprincipes respecteren. Die principes gaan onder andere over milieu en biodiversiteit, en in het geval van de ASC-certificatie ook over goede werkomstandigheden in de viskwekerijen. Als er voor een bepaalde vissoort die we willen verkopen geen label bestaat, laten we een onafhankelijke evaluatie uitvoeren. Samen met de betrokken partners gaan we dan na wat die kunnen doen om een duurzaam product op de markt te brengen. We kijken dus niet alleen naar wat er al beschikbaar is, maar proberen zelf verandering teweeg te brengen.”
Colruyt: “Dat is soms een werk van lange adem. Er zijn zoveel verschillende aspecten waar je rekening mee moet houden: gezondheid, werkomstandigheden, milieu … Daarvoor ben je ook afhankelijk van alle partners in de keten.”
Duurzaam ondernemen gaat voor jullie veel verder dan aandacht besteden aan de opwarming van de aarde. Baseerden jullie daarom de duurzaamheidsstrategie op de Sustainable Development Goals (SDG’s)?
Van Parys: “Toen we in 2015 SDG Voice werden, realiseerden we ons dat de SDG’s sterk aanleunden bij onze visie. Daarom hebben we de duurzame ontwikkelingsdoelen inderdaad als basis genomen voor onze strategie. Hun kracht is dat ze een complex begrip als duurzaamheid omzetten in een gemeenschappelijke taal die overheidsinstellingen, organisaties en bedrijven kunnen gebruiken om met elkaar te communiceren. Bovendien zijn alle SDG’s evenwaardig en vereisen ze een geïntegreerde aanpak, ook dat was nieuw. Wij kozen zeven SDG’s uit waar we prioriteit aan geven, maar we blijven ze zien als één geheel” (zie kader).
Colruyt: “De SDG’s bieden enkel het raamwerk, het zijn geen strenge regels die je strikt moet opvolgen. Als organisatie kan je er je eigen invulling aan geven. Ook dat maakt deel uit van het succes van de SDG’s.”