Uit de CE-Monitor blijkt dat de Vlaamse economie in 2018 voor 21 procent circulair was. Dat cijfer geeft weer hoeveel ton in onze totale verwerkte materialen van secundaire oorsprong is. In 2014 ging het nog om 16 procent. De experts wijten de stijging aan een toegenomen recyclagegraad. Maar eigenlijk valt dat cijfer ook te nuanceren. Zo telt het de impact die we met onze consumptie op het buitenland hebben niet mee. En bovendien kan je hiermee niet de kwaliteit van de recyclage controleren. De onderzoekers groeven daarom nog dieper. Wij lijsten de belangrijkste conclusies op.
1. Vlaamse economie is afhankelijk van import
De Vlaamse economie verzet jaarlijks 342 miljoen ton aan materialen. Dat cijfer omvat zowel de materialen die door de Vlaamse bedrijven gebruikt worden als die die via Vlaanderen ingevoerd worden. 87 procent (296 miljoen ton) van die 342 miljoen ton wordt ingevoerd. Ongeveer de helft daarvan zijn fossiele grondstoffen die gebruikt worden voor energieproductie of voor verdere industriële verwerking.
Als we willen weten wat onze materialenvoetafdruk is, moeten we kijken naar hoeveel grondstoffen uit het binnen- én buitenland nodig zijn om onze consumptie te voeden. Dan komen we aan 191 miljoen ton in 2018. Vlaanderen heeft de ambitie om onze materialenvoetafdruk met 30 procent te verminderen in 2030 (ten opzichte van 2010).
2. Hoge koolstofvoetafdruk
De broeikasgasemissies van de Vlaamse economie bedragen 78 miljoen ton per jaar. De uitstoot neemt niet toe, maar is wel heel hoog. Als we de uitstoot die onze consumptie in het buitenland veroorzaakt (koolstofvoetafdruk) bekijken, gaat dat over 14,2 ton CO2-equivalent per inwoner in het Vlaamse Gewest. Ondanks een stijging in de consumptie-uitgaven en investeringen daalde de koolstofvoetafdruk tussen 2010 en 2016 met 2,9 ton CO2-equivalenten per inwoner (-17%).
Toch blijft de koolstofvoetafdruk nog steeds te hoog. En dat heeft dan weer een effect op de klimaatverandering. Om de gemiddelde globale temperatuurstijging te beperken tot 2°C moet de mondiale broeikasgasuitstoot tegen 2050 verminderd worden tot gemiddeld 2 ton CO2-equivalenten per inwoner.
3. Hergebruik water zit in de lift, maar moet nog stijgen
Het waterverbruik in Vlaanderen schommelt rond de 750 miljoen kubieke meter per jaar. Leidingwater is verantwoordelijk voor de helft van het verbruik. Uit de cijfers blijkt dat dat afneemt:
- het grondwaterverbruik daalde tussen 2000 en 2018 met 31 procent
- het leidingwaterverbruik verminderde in diezelfde periode met 6 procent
- het verbruik van oppervlaktewater nam toe met 6 procent (wat deels toegeschreven kan worden aan een nieuwe installatie voor vloeibaar gas in Zeebrugge)
- het gebruik van hemelwater steeg met 22 procent
- het gebruik van ‘ander water’ verviervoudigde
Bedrijven hergebruiken hun eigen afvalwater steeds meer. Het gaat voorlopig nog over een bescheiden aantal kubieke meters, maar het aandeel stijgt wel sterk.
4. Afval: daling bij huishoudens, minder stijging bij bedrijven
Vlaanderen produceert jaarlijks 36 miljoen ton afval. Het totale huishoudelijk afval in Vlaanderen daalt. In 2013 produceerde de Vlaming 522 kg afval, in 2019 nog 477 kg. Het restafval is goed voor 143,5 kg per inwoner per jaar. De Vlaamse overheid wil dat verder terugdringen tot 138 kg restafval in 2022 en 100 kg in 2030.
Vanaf 2012 stijgt het bedrijfsafval, maar de afvalproductie stijgt minder snel dan de groei van de economische activiteit (BBP). Toch blijft het cijfer vrij hoog. Dat wijten de onderzoekers aan de grote productie die bestemd is voor de export.
5. Wat gebeurt er met het afval?
Verbranden of storten
Ongeveer 20 procent van het huishoudelijk en bedrijfsafval wordt verbrand of gestort.
Recyclage en hergebruik algemeen
De productie van gerecycleerde of hergebruikte grondstoffen bedroeg in 2018 29 miljoen ton (35 miljoen met composteren en hergebruik erbij geteld). Dat aantal stijgt nog.
In 2019 hergebruikte de Vlaamse inwoner 34 kilogram aan gebruiksgoederen (witgoed, elektro, huisraad, textiel, meubelen…).
Recyclage huishoudelijk afval
Van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval (inclusief bouw- en sloopafval) wordt 67 procent gerecycleerd (voornamelijk laagwaardige recyclage als bouwmaterialen omzetten in granulaat voor wegfunderingen) of gecomposteerd.
Recyclage en hergebruik bedrijfsafval
Bij bedrijfsafval krijgt 79 procent een tweede leven als we er de recyclage en hergebruik van bouw- en sloopafval bijtellen. Het cijfer is de voorbije tien jaar met 10 procent gestegen. Net geen 20 procent van de bedrijven gebruikt afval, rest- of bijproducten opnieuw voor hetzelfde proces. Meer dan een kwart van de bedrijven zorgt ervoor dat hun producten makkelijk hersteld of gerecycleerd kunnen worden.
6. Het gros van onze materiaalconsumptie blijft in de economie
71 miljoen (85 procent) van de 84 miljoen ton die we jaarlijks aan materialen gebruiken, voor andere toepassingen dan de productie van energie, blijft op de één of andere manier in onze economie aanwezig. Dat gaat vooral over bouwmaterialen. We importeren en ‘stockeren‘ ze voor jaren in de vorm van een huis of kantoorgebouw. Die materialen zijn dus niet verloren en bieden kansen om later nieuwe kringlopen te sluiten.
Meer weten over de studie of over bepaalde facetten (mobiliteit, wonen, consumptiegoederen)? Surf dan naar cemonitor.be