Hernieuwbare transitie op zes jaar terugbetaald
Een wereldwijde transitie naar hernieuwbare energie zou 62 biljoen dollar kosten. De omschakeling zou het globale energieverbruik halveren, miljoenen jobs opleveren en maatschappelijke kosten voor gezondheidszorg en klimaatadaptatie decimeren.
Onderzoekers aan de Universiteit van Stanford berekenden de haalbaarheid, kostprijs en gevolgen van een volledige omschakeling naar hernieuwbare energie in 145 landen, verantwoordelijk voor 99,7 procent van de wereldwijde CO2 uitstoot. De totale investeringskost komt daarbij op 62 biljoen dollar (62 x 1012), maar zou zichzelf op zes jaar terugbetalen. Die snelle terugbetaling is vrijwel volledig te wijten aan een hogere efficiëntie.
In een volledig geëlektrificeerde samenleving gebruiken we 56 procent minder energie vergeleken met ons huidige systeem op basis van verbranding. Elektrische auto’s en warmtepompen zijn al snel drie à vier keer efficiënter dan fossiele alternatieven. Bovendien kruipt er veel energie in het ontginnen, raffineren en transporteren van fossiele brandstoffen, die in gebruik vaak de helft van hun energie verliezen als restwarmte.
Lagere kosten, meer jobs
In het volledig hernieuwbare scenario zouden we wereldwijd en op jaarbasis 63 procent minder uitgeven aan energie. Wanneer de onderzoekers de kosten aan gezondheidszorg en klimaatadaptatie mee in rekening brengen, loopt de besparing op tot 92 procent. Goed voor een terugverdieneffect van minder dan één jaar. De hernieuwbare transitie zou wereldwijd ongeveer 0,53 procent van de totale landoppervlakte innemen en 28 miljoen fulltime jobs extra opleveren. De stabiliteit van het stroomnet zou in geen enkel van de onderzochte regio’s in het gedrang komen.
Bestaande technologie
Bij hun berekeningen gingen de onderzoekers uit van bestaande technologieën met voornamelijk wind, zon en water als energiebronnen en batterijen voor energieopslag. Bio-energie, fossiele energie met koolstofopslag, blauwe waterstof of kernenergie beschouwden ze niet als hernieuwbare energiebronnen voor deze studie. Idealiter zou de omschakeling gebeuren tegen 2035, maar de onderzoekers gaan eerder uit van 80 procent tegen 2030 en een volledige transitie tegen 2050.
“Ons onderzoek toont aan dat de omschakeling naar hernieuwbare energie zowel technisch als economisch mogelijk is”, aldus Professor Mark Jacobson, een van de auteurs van de studie. “Maar er zijn nog veel onzekerheden. De vraag is vooral of er voldoende politieke wil is om het nodige tempo te halen. Als die wil er is, dan zal de omschakeling onder meer zorgen voor lagere kosten, minder overlijdens door luchtvervuiling, meer energiezekerheid en meer banen.”
SDG



