“Circulair ondernemen is een kwestie van synergie tussen bedrijven”

Het is vaak moeilijk om de kringlopen te sluiten binnen de muren van één bedrijf. De multidisciplinaire aanpak van de adviesgroep United Experts zet onder meer voedings- en landbouwbedrijven op de juiste weg. “Circulaire economie moet betaalbaar zijn. Wij bieden technische knowhow én administratieve ontzorging.”

Dit artikel maakt onderdeel uit van het magazine:
Susanovamagazine december 2020
Dit artikel maakt onderdeel uit van het dossier:
Eindejaarreeks 2020: partnerartikels
Ellen Vervoort | 14 december 2020
I Stock 838165460

Studiebureaus Profex en DLV maken deel uit van het kennisnetwerk van United Experts. Bij United Experts leveren consultants van diverse disciplines advies aan uiteenlopende sectoren. De experts van Profex begeleiden industriële bedrijven en kmo’s op het gebied van omgeving, bodem en energie. Adviseurs van DLV bieden een totaaladvies aan de landbouwsector. Lies Bamelis werkt voor beide merken. “We ontzorgen onze klanten op het vlak van (milieu)vergunningen en administratieve omkadering. Dat we experts in allerlei sectoren in huis hebben, helpt ons in de transitie naar een circulaire economie. Alleen samen kunnen we kringlopen volledig sluiten.”

Maximaal circulair

Hoe ze dat circulaire verhaal rond maken, illustreren de experts van Profex en DLV aan de hand van een prototype van de voedsel-, water- en energiekringlopen. Kristof Bol, milieu- en energieconsulent bij Profex: “We vertrekken van een klassiek voedingsbedrijf dat met primaire grondstoffen uit de landbouw hoogwaardige producten maakt voor de consument. Uit de productieprocessen komen nevenstromen voort. Die proberen we samen met onze klanten op te splitsen, te inventariseren en zo optimaal mogelijk een tweede leven te geven.”

Bol haalt als voorbeeld de productie van diepvriesfriet aan. “Je start met 1 kilo aardappelen. Daaruit kan je 500 gram frietjes maken, de andere helft bestaat uit bijproducten. Een deel daarvan wordt rechtstreeks ingezet als veevoer en komt zo weer in de landbouwsector terecht. Een ander deel gaat onder meer naar hoogwaardige toepassingen binnen diverse sectoren. Als het daar niet voor geschikt is, sturen we de reststromen richting vergistingsinstallaties. Daar start de energiekringloop: het organisch materiaal wordt gestabiliseerd en omgezet in biogas. Een warmtekrachtkoppeling kan dat biogas omzetten in elektriciteit en warmte. Maar we kijken ook naar andere oplossingen. Zo werken we mee aan Bio Blue in Gent, een project waarmee men het biogas wil opzuiveren tot biomethaan dat rechtstreeks op het net kan.” Dat concept hopen de partners in de toekomst op grotere schaal te introduceren.

Het materiaal dat overblijft na het vergistingsproces, ook wel het digestaat genoemd, bestaat uit twee fracties. “De dunne fractie kan als bodemverbeterend middel ingezet worden of kan samen met ander afvalwater uit het productieproces verder gezuiverd worden. Het gezuiverde water wordt hergebruikt en blijft zo in de kringloop. Ook de dikke fractie van het digestaat ondergaat verdere behandelingen en krijgt een tweede leven als organische meststof (bodemverbeterend middel). Zo sluiten we de nutriëntencyclus in de landbouw”, aldus Bol.

De puzzel leggen

In de praktijk zijn er weinig bedrijven die alle kringlopen intern sluiten. Een eigen vergistingsinstallatie, bijvoorbeeld, is duur. Daarom faciliteren Profex en DLV samenwerkingen tussen bedrijven. “Wie zich samen met andere ondernemingen op één site vestigt, kan kringlopen maximaal sluiten op een duurzame en kostenefficiënte manier”, stelt Lies Bamelis. “Zo leveren we advies aan een bedrijf in Kruibeke, waar een mooie synergie tussen landbouw en voeding plaatsvindt. Farm Frites in Lommel kan dan weer rekenen op de steun van een bedrijf met een vergistingsinstallatie. De reststromen van de aardappeldiepvriesproducten vloeien via een leiding rechtstreeks naar de vergistingsinstallatie. Een warmtekrachtkoppeling zet het daaruit voortgekomen biogas om in groene warmte en groene elektriciteit die voor een groot deel opnieuw door Farm Frites worden aangewend. Uit de dikke fractie recupereert onze klant nutriënten die als bodemverbeteraar in de landbouw dienen.”

Maar net omdat bedrijven samenwerken, stuiten ze vaak op limieten in de wetgeving. De reststromen gaan immers van het ene bedrijf naar het andere, en meestal behoren die bedrijven tot een andere sector. Kristof Bol: “Daarom zijn end-of-waste-criteria (richtlijnen van de Europese Commissie die bepalen wanneer afval geen afval meer is, maar de status van een product of secundaire grondstof krijgt. Voor elk soort afval of materiaal zijn er specifieke criteria gedefinieerd, red.) in het circulaire verhaal enorm belangrijk. Welk statuut een reststroom krijgt – afval, secundaire grondstof of product – bepaalt voor welke toepassingen het kan worden gebruikt, wat de voorwaarden voor transport zijn en wat de juiste behandeling is. Ze vormen allemaal stukjes van een grotere puzzel en wij proberen ervoor te zorgen dat die in elkaar passen. Dat doen we door technisch te optimaliseren én onze klanten administratief te ontzorgen.”

Wie zich samen met andere ondernemingen op één site vestigt, kan kringlopen maximaal sluiten op een duurzame en kostenefficiënte manier

Lies Bamelis (DLV & Profex)

Strengere normen

De focus op de nutriëntenkringloop is de laatste jaren sterker geworden. “Het besef groeit dat we die cirkel moeten sluiten, maar tegelijkertijd wordt het moeilijker om nutriënten opnieuw in de voedselkringloop te brengen: we zitten al aan MAP 6 (het zesde Mestactieplan van de Vlaamse Landmaatschappij, verantwoordelijk voor het mestbeleid in Vlaanderen, red.). En om het milieu te beschermen, komen er steeds vaker restricties bij”, stelt Lies Bamelis.

Kristof Bol: “Ook in de waterkringloop stuiten we jaar na jaar op meer uitdagingen. Bedrijven erkennen de droogtecrisis: ze weten dat het risico op captatieverboden stijgt en merken dat het steeds moeilijker wordt om grondwaterwinningen te vergunnen. Ze worden op verschillende manieren aangemoedigd om hun afvalwater te zuiveren en te hergebruiken. Maar het neveneffect van dat stijgende hergebruik is dat de fractie die na die zuivering overblijft, steeds geconcentreerder is. Vooral de zoutconcentraties swingen de pan uit. En omdat het debiet in lokale waterlopen alsmaar kleiner wordt, is het steeds risicovoller om die fracties te lozen. Dan riskeer je het oppervlaktewater uit evenwicht te brengen. Tegelijkertijd komt er zo nog minder water terug in het landschap terecht, waardoor de debieten verder blijven dalen.”

Om die problemen op te lossen, pleiten de experts voor meer innovatie, zowel op het vlak van technologie als op het vlak van wetgeving. “Om de nutriëntenkringloop te sluiten, moeten we ook het zoutconcentraat opnieuw kunnen inzetten. Een mogelijke oplossing is het te gebruiken als mineralentoediening in irrigatiewater op akkers, maar daarvoor moet de wetgeving nog mee evolueren. We onderzoeken momenteel welke end-of-waste-criteria nodig zijn en gaan daarvoor in dialoog met de betrokken instanties”, zegt Bol.

Kennis uit het buitenland

Profex en DLV fungeren als partners in allerlei Europese onderzoeksprojecten zoals Nutri2Cycle, een samenwerking tussen negentien partners uit twaalf Europese landen onder leiding van de UGent. Lies Bamelis: “Nutri2Cycle focust - zoals de naam al doet vermoeden - op de nutriëntenkringloop. De Europese landbouw draagt vandaag nog sterk bij aan de broeikasgasemissies en brengt koolstof en belangrijke nutriënten – zoals stikstof en fosfor – niet altijd even efficiënt terug in de kringloop. Samen met de Nutri2Cycle-partners gaan we op zoek naar technieken die verschillende Europese landbouwbedrijven toepassen en analyseren we de milieuproblemen waarmee ze te kampen hebben. We focussen op een betere synergie tussen akkerbouw en veeteelt om de stikstof- en fosforkringloop te sluiten. Zo kan ook meer koolstof in de bodem worden opgeslagen en daalt de uitstoot.”

In dergelijke Europese projecten kan United Experts rekenen op de ervaring en expertise van spelers in andere landen. “In Denemarken geloven ze bijvoorbeeld heel sterk in de verzuring van de mestkelder om de ammonium- en ammoniakconcentraties te verminderen. Ze voeren daar ook onderzoek naar. Wat de Denen leren, nemen we mee in onze dialoog met de Vlaamse overheid. Op die manier proberen we de input van innovatieprojecten maximaal te benutten, zodat we altijd mee zijn met de laatste inzichten en gericht advies kunnen leveren”, aldus Bamelis.

End-of-waste-criteria zijn enorm belangrijk. Welk statuut een reststroom krijgt, bepaalt voor welke toepassingen het kan worden gebruikt, wat de voorwaarden voor transport zijn ...

Kristof Bol (Profex)

Op zoek naar balans

Het doel van Profex en DLV is de kringloop maximaal en op een zo eenvoudig mogelijke manier te sluiten. “We willen dat onze klanten het circulaire verhaal niet als een last, maar als een opportuniteit ervaren”, zegt Lies Bamelis. “Om duidelijk te maken wat ze erbij kunnen winnen, faciliteren we bij bedrijven met vergistingsinstallaties ook manieren om de positieve impact op het milieu te monitoren. Door nutriënten te recupereren, verkleint bijvoorbeeld hun stikstofuitstoot.”

De studiebureaus verzorgen bovendien een jaarlijkse audit zodat bedrijven inzicht krijgen in hoe ze hun milieuprestaties verder kunnen verbeteren. “Zo analyseren we bijvoorbeeld hun energie- en waterverbruik”, legt Kristof Bol uit. “Daaruit blijkt nog te vaak dat bedrijven gezuiverd water van hoge kwaliteit gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Ze reinigen hun terreinen buiten soms met drinkbaar water bijvoorbeeld. Dat is uiteraard nergens voor nodig: het is niet kostenefficiënt en niet waterzuinig. Circulair ondernemen moet een economisch haalbare kaart blijven. Als we het circulaire verhaal een kans op slagen willen geven, is die balans enorm belangrijk.”

Partnerinterview

Probeer Susanova gratis uit!

Wilt u meer dan alleen nieuws? Al onze plusartikels, reportages en analyses lezen? Kies dan voor een proefabonnement van een maand!