Het bureau vroeg zo’n 1200 Belgische consumenten naar hun mening over duurzame voeding. Op basis van de antwoorden onderscheidden de onderzoekers drie types van consumenten. De grootste groep, zo’n 40 procent, zijn overtuigde ecologisten. Voor hen is kwaliteit het belangrijkste criterium, gevolgd door de prijs en de impact op hun gezondheid. Maar deze consumenten zijn wel gevoeliger voor duurzame voeding en dranken.
De sceptische strijders, 38 procent van de deelnemers, erkennen het belang van duurzaamheid, geloven dat ze zelf een impact kunnen hebben, maar zijn sceptisch ten opzichte van producenten. Zij kijken vooral naar de prijs, maar ook kwaliteit en smaak zijn voor hen van belang.
Ten slotte zijn er non-believers voor wie duurzaamheid nauwelijks van belang is wanneer ze voeding en dranken kopen. Dat is de kleinste groep, met consumenten die niet echt geloven dat hun keuzes effectief impact hebben. Hun voornaamste criterium bij de aankoop van voeding en dranken is prijs. Duurzaamheid betekent volgens hen vooral: duurder.
Veranderd aankoopgedrag
38 procent geeft aan zijn of haar aankoopgedrag het voorbije jaar veranderd te hebben (zie kader). Opvallend: bij Franstaligen is dat 47 procent, tegenover amper 31 procent bij Nederlandstaligen. En terwijl amper 6 procent daarvoor naar het coronavirus verwijst, is de klimaatuitdaging voor 25 procent een reden om zijn of haar voedingspatroon aan te passen.
Bovendien zegt 37 procent van de Belgen bereid te zijn meer te betalen voor duurzaam geproduceerde voeding. Maar ook hier komen de verschillen tussen de drie groepen duidelijk naar voor: bij non-believers en sceptic strugglers blijft dat aandeel beperkt tot respectievelijk 20 procent en 23 procent, terwijl liefst 59 procent van de convinced ecologists aangeeft bereid te zijn om meer te betalen voor voeding die ze als duurzaam ervaren.
Vraag naar duurzaam label
6 op de 10 consumenten vindt het moeilijk om in te schatten of voeding echt duurzaam geproduceerd is. Bij de sceptische middengroep is dat zelfs 9 op de 10. Er is dus vraag voor een label dat toont hoe duurzaam een product echt is, op voorwaarde dat die informatie correct is. Op de vraag wie de hoofdverantwoordelijkheid heeft om te zorgen voor duurzame voeding en dranken, kijken de Belgen vooral naar voedingsbedrijven (22 procent) en landbouwers (21 procent), terwijl amper 5 procent van de consumenten vindt dat ze de hoofdverantwoordelijkheid dragen.
CEO Bart Buysse van Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie licht toe: “Onze Belgische voedingsbedrijven ervaren dagelijks dat smaak en kostprijs enorm belangrijk zijn in de aankoopbeslissing van consumenten. Maar we moeten ook verder durven kijken, naar wat consumenten morgen van ons verwachten. Het onderzoek van Why5 Research toont duidelijk aan dat Belgische consumenten gevoeliger worden voor duurzaamheid en voor specifieke thema’s als dierenwelzijn of lokale voeding. Wij nemen die inzichten daarom mee in ons plan om de komende jaren samen vorm te geven aan een duurzaam voedingssysteem.