Aquafin gebruikt zwavelbeton met lagere CO2-uitstoot voor rioolbuizen
Leidingen bestaan vaak uit materialen met een hoge CO2-voetafdruk. Aquafin wil daar verandering in brengen. Het stimuleert zijn fabrikanten om innovatieve materialen te ontwikkelen die bij de productie veel minder CO2 uitstoten. Zo kwam zwavelbeton uit de bus. De Bonte Group en Aquafin gebruikten het voor de eerste keer in een rioleringsproject in Parike bij Brakel.
Om huishoudelijk afvalwater naar installaties voor rioolzuivering te vervoeren, legt Aquafin jaarlijks 200 kilometer nieuwe leidingen aan. De buizen bestaan uit kunststof, gres (gebakken vette klei) of cementbeton. Ze hebben een hoge CO2-voetafdruk. Welk materiaal er wordt gekozen, hangt af van de toepassing. Aquafin zoekt samen met zijn leveranciers naar alternatieven, en die moeten voldoen aan strenge criteria, zegt Mieke Lesage, manager projectmanagement bij Aquafin. “Bij de keuze voor nieuwe duurzamere materialen willen we niet inboeten aan kwaliteit.”
Circulair en revolutionair
Een van die nieuwe materialen is zwavelbeton. “Betonbedrijf De Bonte Group vervangt cement en water – dat dient als bindmiddel – door zwavel, een reststroom van de olieraffinage. Het is dus een circulair product.”
Zwavelbeton maak je door zand, granulaten en zwavel te verhitten tot 130 °C. Vervolgens wordt dat in een mal gegoten. “Het proces vergt energie, maar veel minder dan de productie van cement of gres. Afhankelijk van het materiaal waarmee je het vergelijkt, ligt de CO2-uitstoot van zwavelbeton 50 à 85 procent lager. Dat is revolutionair.”
Het is bovendien herbruikbaar. “De buizen hebben een gemiddelde levensduur van zeventig jaar. Daarna kun je ze opnieuw smelten om er evenwaardige buizen mee te maken. Dat lukt niet met cementbeton.” Dit indrukwekkende product leent zich ook voor andere prefabtoepassingen, zoals veeroosters en dwarsliggers voor de spoorwegen.
"De CO2-uitstoot van zwavelbeton ligt 50 à 85 procent lager dan andere materialen."
Zuurbestendig
Nog een ander belangrijk voordeel: zwavelbeton is bestand tegen zuren zoals waterstofsulfide, een giftig gas dat in de riolen wordt geproduceerd onder invloed van bepaalde bacteriën. “Samen met De Bonte Group zetten we testlocaties op met extreem hoge concentraties van waterstofsulfide. Na een lange opvolgingstijd zagen we dat dit nieuwe type beton de testen met glans doorstaan had: het bleek niet aangetast te zijn.”
Ondertussen gebruikten Aquafin en De Bonte Group zwavelbeton in een eerste groot project in Parike bij Brakel. “We weten dat de concentratie van waterstofsulfide daar hoog ligt.” Aquafin wil het nog meer inzetten. “Alleen worden de buizen voorlopig enkel gemaakt met een diameter van 250 millimeter en kunnen we het zwavelbeton dus nog niet voor alle toepassingen gebruiken. We zoeken ook nog naar andere alternatieven met een lagere CO2-uitstoot.”

Het hele plaatje
Aquafin staart zich niet blind op de CO2-voetafdruk van de materialen alleen. We willen projecten in hun geheel bekijken. Hoe gebeurt het transport van de materialen? Zijn ze herbruikbaar of recycleerbaar? Welke machines komen te pas? Niet alleen de prijs maar ook de lagere CO2-voetafdruk van het volledige project zal in de toekomst een belangrijke rol spelen bij de gunning van de opdrachten.”
Een instrument dat bij overheidsopdrachten CO2-reducties in de bouwsector stimuleert, is er voorlopig nog niet voor rioleringsprojecten. “We werken aan een methode. Daarvoor zetelen we in werkgroepen van VLARIO, het kenniscentrum en overlegplatform voor hemelwater- en afvalwaterbeheer in Vlaanderen. We moeten alle actoren meekrijgen om de CO2-voetafdruk in de infrastructuursector te verminderen. En bij Aquafin willen we mee aan de kar trekken.”